Een grote groep katholieke Brabanders emigreert van 1848 tot 1960 naar het dorpje Little Chute (Wisconsin) in de Verenigde Staten. Ze komen voornamelijk uit Noordoost-Brabant, dorpen zoals Uden, Zeeland, Nistelrode en Boekel.

Ruim 300 mensen maken in 1848 de oversteek. Ze gaan met 3 schepen naar Amerika.  Waaronder de Maria Magdalena. Met dit schip maken 147 mensen de oversteek. Ze vertrekken samen met pater Theodorus van den Broek. Hij haalt de Brabanders over om met hem mee te gaan naar de ‘Nieuwe Wereld’ 

In die tijd is er veel armoede in Noord-Brabant en de aardappeloogst is mislukt. De gezinnen zijn vaak groot dus er moeten veel monden worden gevoed en dat gaat allemaal niet meer zo makkelijk. Een ideaal moment om pater Van den Broek te volgen naar Amerika.

Pater Van den Broek, een Dominicaan uit Amsterdam , vertrekt zelf al in 1832 naar Amerika. Hij probeert daar de Indianen te bekeren tot het katholieke geloof. In 1836 komt hij terecht in La Petite Chute, het dorp dat nu Little Chute heet.

Als de Menominee Indianen in 1843 door het verdrag van de Cedars, waarin ze hun land afstaan aan de Amerikaanse overheid, verhuizen naar een ander gebied, heeft pater Van de Broek bijna geen parochianen meer voor zijn kerk. Hij gaat in 1847 terug naar Nederland om katholieke landgenoten over te halen mee te gaan naar Amerika. En die vindt hij in Noord-Brabant. 

Als de eerste Brabanders aankomen in Little Chute schrikken ze wel. Alles moet nog worden opgebouwd. Er moet veel bos gekapt worden, voordat men iets kan gaan verbouwen. De eerste migranten hebben het zwaar maar teruggaan naar Brabant is geen optie. Ze willen geen gezichtsverlies lijden en ze hebben vaak geen geld om de terugreis te betalen.

De verhalen die ze in hun brieven naar huis sturen zijn rooskleuriger dan ze in werkelijkheid zijn. Dat zorgt er voor dat meerdere familieleden en bekenden ook besluiten om naar Little Chute te komen. Door deze kettingemigratie, die generaties lang duurt, is er een Nederlandse kolonie ontstaan in Little Chute en omgeving. Het gebied dat ze ‘‘The Fox Valley’ noemen omdat het aan de Fox rivier ligt.  Ze vormen een hechte gemeenschap. Dat is vooral te danken aan de rol van de kerk.

De Nederlandse roots zijn in The Fox Valley goed merkbaar. Veel inwoners hebben Nederlandse achternamen. De grafstenen op kerkhoven dragen vaak Nederlandse namen. En sinds 2012 staat er een Brabantse molen in Little Chute.
In het dorp Hollandtown is een schutterij die door Brabanste migranten is opgericht: The Holandtown Schut. Sinds 1849 organiseren ze jaarlijks het koningsschieten.

In het nabijgelegen dorpje De Pere staat de St. Norbert Abbey. Een klooster opgericht door de Norbertijn Bernard Pennings uit Gemert.

inSight

Mede mogelijk gemaakt door

Een samenwerking van